Europarlementariër Paul Tang

Groen beleggen is investeren in een duurzame toekomst

Als belegger wil je natuurlijk een goed rendement halen, en als je daarbij kan bijdragen aan een betere wereld, is dat dubbel winst. Maar hoe weet je welke beleggingen écht groen zijn? Paul Tang maakt groene investeringen makkelijker met een heldere definitie, transparantie en duidelijke labels. “De nieuwe standaard moet groene groei in goede banen leiden en zorgen dat die daadwerkelijk bijdraagt aan verduurzaming.”

Groene beleggingen zijn investeringen in bedrijven die zich inzetten voor duurzaamheid en het klimaat. Maar het was als belegger enorm moeilijk om na te gaan of bedrijven echt duurzaam te werk gaan, en bij beleggingsfondsen was het overzicht al helemaal zoek.

Tot nu toe kon zo’n beetje ieder bedrijf een groene obligatie uitgeven en zelf bepalen wat wel en wat niet telt als groen. Met die cowboypraktijken is het nu gedaan.

Eerste ter wereld

Met de vrijblijvendheid is het nu afgelopen. Het Europees Parlement en de lidstaten hebben deze week een akkoord bereikt over groene obligaties. De eerste wettelijke standaard ter wereld die voorschrijft waar een groene obligatie aan moet voldoen.

We hebben kunnen voorkomen dat we een groene vlag op een bruine modderschuit hangen.

Want het is helemaal niet aan banken of bedrijven om zomaar claims te maken over groene investeringen. Dat moeten beleidsmakers doen. Met een duidelijke definitie kunnen beleggers bewuste keuzes maken.

Snelgroeiende markt

De hoeveelheid groen geld die bedrijven en ook overheden ophalen, is de afgelopen jaren snel gestegen – en in Europa het hardst. Vijf jaar geleden werd wereldwijd nog zo’n 150 miljard dollar aan groene obligaties uitgegeven, afgelopen jaar was dat bijna 500 miljard dollar.

Ook in Nederland: in de afgelopen jaren bijvoorbeeld Philips, Tennet, de Volksbank en de staat.

Transparantie

Andere voorwaarden in de nieuwe standaard zijn dat een bedrijf moet rapporteren over hoe het opgehaalde geld wordt besteed, en een verplichte externe controle daarvan. Een bedrijf moet kunnen aantonen dat het geld bijdraagt aan duurzame groei.

Deze standaard bevestigd Europees leiderschap in de wereld van duurzaam beleggen en helpt om onze economie te vergroenen.

Over deze voorwaarde is lang gesteggeld, het bedrijfsleven zag het niet zitten. We hebben kunnen voorkomen dat we een groene vlag op een bruine modderschuit hangen. Nu worden groene obligaties vaak uitgegeven om groene bijbaantjes van een bedrijf in de schijnwerpers te zetten, zonder dat er echt wat verandert.

Shell zou bijvoorbeeld een obligatie kunnen uitgeven voor een windmolenpark. Maar zonder transitieplan is niet duidelijk of ze met dat windpark hun fossiele activiteiten steunen, of juist afbouwen.

Vertrouwen

Met een duidelijk label voor beleggingsfondsen en financiële producten, maken we het makkelijker om die duurzame investeringen te vinden. Zo’n label geeft dan aan dat een belegging aan bepaalde duurzaamheidscriteria voldoet.

Die criteria leggen wij op, niet de banken of bedrijven zelf. Investeerders kunnen er op vertrouwen dat ze écht duurzaam beleggen.

Dat vertrouwen zal worden versterkt door externe controle van onafhankelijke partijen die ESMA – de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten – in de gaten houdt.

Klimaatambitie

En ten slotte zorgen we ervoor dat een groen label ook daadwerkelijke leidt tot een groene transitie.

Shell kan bijvoorbeeld geld ophalen voor de financiering van een windmolenpark. Maar zonder een duidelijk globaal plan om op termijn fossiele brandstoffen uit te faseren, is dit project slechts een bliksemafleider. Pure greenwashing.

Neem contact op

Europarlementariër Paul Tang

Paul Tang

Europarlementariër Economische en monetaire zaken, digitale economie